"Het Kasteel van Breda is een kasteel in de Nederlandse provincie Noord-Brabant, gelegen in het centrale stadsdeel van Breda aan het Kasteelplein in de wijk Valkenberg. Sinds 1826 is de Koninklijke Militaire Academie (KMA) gevestigd in het kasteel.
Geschiedenis
De hertog van Brabant verkocht Breda in 1353 aan de Hollandse edelman Jan II van Polanen, Heer van Breda, die de burcht versterkte met een gracht en vier hoektorens. Het zo ontstane kasteel werd in de verdedigingswerken van Breda ingepast. De laatste telg van het geslacht Van Polanen, zijn kleindochter Johanna van Polanen, trouwde in 1403 met de Duitse edelman Engelbrecht I van Nassau-Siegen, waardoor Breda incluis het kasteel in handen van deze voorname familie kwam. Dit huwelijk vormt het begin van de band tussen Nederland en het huis van Oranje-Nassau.
Door Engelbrechts zoon, Johan IV van Nassau-Siegen, werd het kasteel kort na 1460 vergroot. De Rekenkamer van het kasteel van Breda, waar de vele bezittingen van de Nassaus werden vastgelegd, werd in deze periode gebouwd, en ook de nog bestaande Nassautoren is van deze tijd. Zijn achterneef Hendrik III van Nassau-Breda drukte een nog zwaarder stempel op zowel Breda als haar kasteel: hij liet het kasteel in 1536 verbouwen tot een renaissance-paleis. Hij maakte de voltooiing echter niet meer mee: hij stierf in 1538 en werd opgevolgd door zijn zoon René van Chalon. Die maakte het werk van zijn vader af en bouwde in 1540 de prachtige Hofkapel.
In 1527 bemoeide een telg van de befaamde Vlaamse Keldermans-bouwersdynastie zich met het herstel van de grote zaal en een deel van de nieuwbouw van het kasteel[1][2]: Rombout II Keldermans. In 1531 was de verbouwing klaar.
René de Chalon stierf zeer jong en zonder echtelijke kinderen. Het kasteel kwam toen, evenals de titel Prins van Oranje, in handen van zijn elfjarige Duitse neef Willem van Nassau-Dillenburg, de latere Willem van Oranje die de beroemdste bewoner van het Kasteel is. In zijn strijd tegen het Spaanse gezag kreeg het kasteel opnieuw een militaire functie.
In 1667 werd in het kasteel de Vrede van Breda getekend door vertegenwoordigers van Engeland, de Republiek der Verenigde Nederlanden en Frankrijk, waardoor er een einde kwam aan de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Stadhouder-koning Willem III bouwde tussen 1686 en 1695 het kasteel verder uit, waarbij het de naam Prinsenhof krijgt. Hij en zijn opvolgers verblijven echter maar weinig in het kasteel.
In de Franse tijd (18e eeuw) deed het Kasteel van Breda dienst als kazerne en militair hospitaal.
Koning Willem I stelde in 1826 het Kasteel van Breda ter beschikking aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA); in 1828 arriveerden de eerste cadetten."
(
visit link)
Eng:
"Breda Castle is a castle in the Dutch province of North Brabant, located in the central part of Breda on the Kasteelplein in the Valkenberg district. The Royal Military Academy (KMA) has been located in the castle since 1826.
History
The Duke of Brabant sold Breda in 1353 to the Dutch nobleman Jan II van Polanen, Lord of Breda, who fortified the castle with a moat and four corner towers. The castle thus created was adapted into the defenses of Breda. The last descendant of the Van Polanen family, his granddaughter Johanna van Polanen, had a disagreement in 1403 with the German nobleman Engelbrecht I van Nassau-Siegen, as a result of which Breda received the castle in the hands of this noble family. This marriage marks the beginning of the bond between the Netherlands and the House of Orange-Nassau.
The castle was enlarged shortly after 1460 by Engelbrecht's son, Johan IV van Nassau-Siegen. The The Accounting Chamber of the Castle of Breda, where the many possessions of the Nassaus were recorded, was built in this period, and the still existing Nassau Tower is also from this time. His second cousin Hendrik III of Nassau-Breda still left a strong mark on both Breda and its castle: he had the castle converted into a Renaissance palace in 1536. However, he did not live to see its completion: he died in 1538 and was strengthened by his son René van Chalon. He finished his father's work and built the beautiful Hofkapel in 1540.
In 1527, a scion of the famous Flemish Keldermans dynasty of builders became involved in the restoration of the great hall and part of the new construction of the castle[1][2]: Rombout II Keldermans. The renovation was completed in 1531.
René de Chalon died very young and without real children. In addition to the title Prince of Orange, the castle then came into the hands of his eleven-year-old German cousin William of Nassau-Dillenburg, the later William of Orange, who was the most famous resident of the castle. In his fight against Spanish rule, the castle once again took on a military function.
In 1667, the Peace of Breda was signed in the castle by representatives of England, the Republic of the United Netherlands and France, which put an end to the Second Anglo-Dutch War. Stadtholder-King William III expanded the castle between 1686 and 1695, giving it the name Prinsenhof. However, he and his successors rarely stayed in the castle.
During the French period (18th century), Breda Castle served as a barracks and military hospital.
In 1826, King William I made Breda Castle available to the Royal Military Academy (KMA); in 1828 the first cadets arrived."
(
visit link)